Berlijn: 5 redenen waarom je er niet heen wil

Dit wordt een beetje een moeilijke blog, ik zeg ‘t vast. Ik denk namelijk dat iedereen met een beetje leven, liefde en plezier in z’n flikker ooit een keer naar Berlijn moet gaan. Tegelijkertijd is het een stad waarvan de redenen om die te bezoeken nogal kwetsbaar zijn. Vooral omdat met name toeristen die plekken onherstelbaar verneuken en je dus beter uit Berlijn wegblijft. Maar goed, ik was er zelf ook. En ik raad je omwille van die kwetsbaarheid af om daarheen te gaan. Maar ‘t is dus wel heel erg vet. Bij deze de spagaat die deze blog een beetje moeilijk gaat maken…

Toeristen. De gesel van Berlijn.

Iedere grote stad heeft er last van, toeristen. Wij dus. Mensen die op een reisblog naar inspiratie zoeken. Die mensen die de reden zijn dat we bijvoorbeeld Amsterdam als stad niet meer serieus hoeven te nemen. Die hele binnenstad wordt dagelijks omver gelopen door Chinezen en Amerikanen die alleen maar komen om naar half scheve huizen te kijken of Engelsen die drugs komen gebruiken en over de hoeren heen duiken. Daardoor kun je niet meer in deze binnenstad wonen zonder óf een rijke papa te hebben, óf Airbnb-exploitant te zijn óf zelf miljonair te zijn. Vervolgens is het ondernemerschap volkomen generiek, zonder onderscheidend vermogen ten opzichte van andere steden. Of je moet naar de Dutch Cheese Company willen.

De gesel van Berlijn in beeld

Maar deze blog ging toch niet over Amsterdam, zie ik je vragen?

Ja, klopt. Maar ik probeer even een punt te maken. Dat is namelijk ook wat toeristen in Berlijn doen. Alleen heeft Berlijn niet de fraaie architectuur van Amsterdam. Berlijn is gehavend door Bomber Harris, de Nazi’s en de strijd tussen communisme en kapitalisme. Dat klinkt kut, maar het geeft de stad ook een ontzettend potentieel voor creativiteit en publiek initiatief. Oftewel, de reden dat jij naar Berlijn wil en wegblijft uit openluchtmusea zoals Rome of Parijs. Maar dit maakt het ook ontzettend kwetsbaar, waar Reisman Daan ook al eens over blogde. In deze blog ga ik je daarom redenen geven waarom Berlijn ontzettend vet is, maar je er dus eigenlijk niet heen moet gaan omdat jouw bezoek ervoor zorgt dat de stad iedere dag íets meer Amsterdam wordt. Ohja. De links staan er bewust niet bij, want het is dus de bedoeling dat je uit Berlijn wegblijft, he? Beloof je me dat?

Berlijn: lekker wegblijven

Niet doen in Berlijn tip 1: Klunkerkranich

Rooftopbar bovenop een parkeergarage. Volkomen onvindbaar, tenzij je d’r vanaf weet. Je moet door een winkelcentrum heen om er te komen, waar dan ook nog eens de liften niet werken. En winkelcentra zijn de hel op aarde. Je moeder komt daar graag, dat zou je genoeg moeten zeggen. Heb je ‘t na een half uur zoeken gevonden, dan kijk je dus over heel Berlijn uit en kun je halve liters Grolsch bestellen. Dat laatste kun je bij FC Twente ook en daar kom ik ook nooit. Maar er staat wel een hele grote bouwkraan voor je uitzicht, dus uiteindelijk zie je nog niks. Kortom, moet je niet willen.

Niet doen in Berlijn tip 2: Teufelsberg

De Amerikanen gebruikten de radarinstallatie op deze kunstmatige heuvel, gemaakt van het puin van het kapotgebombardeerde Berlijn, om de Russen te bespioneren tijdens de Koude Oorlog. Na de val van de muur kwam de installatie in onbruik en werd het volgens goed Berlijns gebruik gekraakt en ondergeschilderd met streetart. Gescheurde, loshangende doeken maken bij ieder zuchtje wind het angstaanjagende lawaai van een aanstormend Russisch tankleger. De expositieruimte waar de grootste stukken streetart hangen, was tijdens mijn bezoek gesloten. Te onveilig, volgens de Berlijnse gebouwenwaakhond. Da’s dezelfde gebouwenwaakhond die technofeesten in op instorten staande fabriekshallen toestaat, mind you. Dus als je een keer een bezoek wil brengen aan een spookachtig gebouw dat volkomen onveilig is, dan is dit je kans. Anders; gewoon links laten liggen.

Niet doen in Berlijn tip 3: Holzmarkt

Langs de Spree in Friedrichshain vind je een aantal plekken waar je lekker creatief aan de waterkant kunt zitten, een biertje kunt kopen en gewoon rustig kunt hangen. Holzmarkt is er daar één van. De pizza is hier lekker, de streetart fraai en de sfeer gemoedelijk. Zit je daar dus lekker tegencultureel je boekje te lezen, na in allesbehalve Duits je bestelling gedaan te hebben, dan trekken de toeristenboten één voor één aan je voorbij terwijl de opvarenden naar je zwaaien alsof je een peuter bent bij de Sinterklaasintocht. In de buurt van je woonplaats is ook best een beekje te vinden waar je bij kunt zitten, dat zou ik doen.

Niet doen in Berlijn tip 4: Cassiopeia

Dit is dan een van die uitgewoonde fabriekshallen die op een of andere manier door de Berlijnse gebouwenwaakhond is goedgekeurd voor redelijk massale horeca en technofeesten tot diep in de nacht. Alle gebouwen zijn volledig ondergekalkt met streetart, er zijn ateliers, restaurants, eettentjes en je kunt er bungeejumpen. Je moet er allemaal maar van houden. Ik heb er in ieder geval een godsellendige grafkater aan overgehouden, waardoor ik mijn checkout met 4 uur heb moeten verlaten en 7,5 uur lang trillend in de trein naar huis zat. Compleet overschat.

Niet doen in Berlijn tip 5: Prater biergarten

Ook een reden waarom je niet naar Berlijn moet willen is het fenomeen ‘Biergarten’. Zit je dus met z’n allen aan lange houten tafels hele grote glazen bier te drinken en broodjes worst te eten. Volkomen oncomfortabel ook, die banken. Zit je toevallig op een hoek van zo’n bank en de rest staat op? Dan kukel jij er dus vanaf. Totaal onverantwoord, als je ’t mij vraagt. Blijven ze gewoon zitten, dan zit je urenlang te luisteren naar geroezemoes. Wil je niet. Weet je wat jij moet doen? Lekker naar de supermarkt en een sixpackje halen.

Prater Biergarten. Met van die kamikazebankjes.

Kan ik er dus van op aan dat je wegblijft?

Al met al is Berlijn dus een plek waar je beter niet naartoe wil. Gewoon lekker laten. Voegt allemaal weinig toe. Center Parcs is ook leuk. Of Amsterdam, maakt ’t jou wat uit. Maar Berlijn? Geen zak aan.