Extreem India: 3 tips om ’t toch te doen
En dan komt er een dag dat je denkt, FUCK IT, we gaan naar India.
Vervolgens heb ik nog nooit zoveel extreme reacties gekregen van vrienden en familie. Een willekeurige greep uit die reacties: ‘groepsverkrachters!’, ‘Delhy Belly!’, ‘druk!’ en ‘let op wat je eet!’. Inclusief gratis uitroeptekens. En laat ik met de conclusie van deze blog beginnen: alle extremen over India zijn waar. En juist daarom moet je erheen gaan.
India: zo extreem dat ’t fantastisch is
Het is extreem druk en extreem rustig, extreem mooi en extreem smerig en extreem groot en extreem klein. Tijdens de heenreis vroeg een medereiziger terloops of ik ooit al eens in Azië was geweest. ‘Nee nog nooit’, zei ik. ‘Dan ga je met de billen bloot’ was zijn veelzeggende reactie. De twijfel vloog me naar de keel, (niet dat je daar in een vliegtuig nog iets aan kan veranderen) maar inmiddels weet ik wat hij bedoelde. Daarom een blog met 3 tips over India in extremis. Dat wil zeggen, ik zoom in op alles in de categorie ‘ik heb nog nooit…’
Wat heb ik nou eigenlijk gezien?
Ik deed niet de overbekende noordkant aan, waar je de Taj Mahal en Rajastan vindt. Door de grootte van het land is mijn reis daarmee al bijna onvergelijkbaar met andere Indiareizigers. Je kunt namelijk eenvoudig in iedere windrichting een eigenstandige vakantie vieren. Met totaal andere ervaringen. Mijn reis zag er als volgt uit:
- We vlogen op Bangalore, een miljoenenstad in het zuiden van India, waarna we direct doorreisden naar het dynastieke Mysore.
- De volgende stop, na een negen uur durende taxirit vanwege een ontbrekende treinverbinding, was het strand van Kannur.
- Vervolgens reisden we langs de kust naar Kochi, Allapuzza, Kollam en Varkala in de betoverend mooie deelstaat Kerala.
Wanneer zag ik dat?
Onze reis duurde een kleine drie weken, in maart. Eerste tip: ga naar India in maart. Dat is in India het naseizoen. Dat wil zeggen, vergelijkbaar met wat bij ons september en oktober is. Nog steeds lekker weer, nauwelijks toeristen, alle ruimte en je betaalt nooit de hoofdprijs.
Mijn India in 7 extremen
Ik heb of ben werkelijk nog nooit:
- zoveel oprecht vriendelijke mensen gezien. De mensen zijn echt geïnteresseerd, dankbaar, vriendelijk en open zonder dat ze iets van je willen (een uitzondering daargelaten). Het is bijna bevreemdend om te zien dat mensen gewoon een praatje met je willen maken for the sake of the talk. Het feit dat iedereen Engels spreekt helpt ook.
- zoveel mensen gezien. Oprecht. Overal zijn mensen. Zelfs in gebieden waar de kaart groen uitsloeg, óveral zijn mensen. En die mensen begeven zich ook allemaal op straat, hebben een winkeltje, een kraampje, een plank of fuck it, gewoon een plastic zak waar je dezelfde kokosnoten en mango’s verkoopt voor dezelfde prijs als je buurman. Dus het is overal een drukte van belang, maar zoals John Lennon zei: ’there’s always something happening and nothing going on’. Maar overal zijn mensen. Dat kan ook niet anders, als je beseft dat India 1.2 miljard inwoners heeft. Dat is bijna net zoveel als China, maar dat land is dan ook in oppervlakte ook drie keer zo groot.
- me zo veilig gevoeld op vakantie. En dat terwijl op heel wat plekken de gelegenheid de dief had kunnen maken. Zo had ik mijn telefoon in een taxi laten liggen, die netjes terug kwam rijden. Ook werden we nageroepen vanwege onze gevonden portemonnee in een openbare bus.
- zo vaak gefotografeerd. Ik denk dat er meer foto’s van mij dan door mij zijn genomen. Op zich een prestatie. Het is een veelvoorkomend tafereel voor de geoefende reiziger in Azië, maar voor mij dus geheel nieuw. Ik vond het soms verterend en ontroerend om te zien met welk enthousiasme dat gepaard ging bij sommige Indiërs.
- zoveel publieke uitingen van de communistische partij gezien. Zelfs niet bij mijn verblijf in Sint Petersburg. Het communisme is daar een serieuze stroming, en naar de publieke uitingsvormen afgemeten, heeft het een stevige aanhang, met name in de regio Kerala.
- zoveel nieuwe, gepleisterd witte kerken bij elkaar gezien. in de statistieken is India religieus gezien stevig verkaveld, maar overwegend hindoeïstisch (80%). En ondanks dat officieel gezien maar 2% tot het Christendom behoort, heeft een notoire kerkganger een dagtaak als je van nieuwe hagelwitte kerken houdt.
- zo vaak aan historicus Johan Huizinga gedacht. De hitte, de felle kleuren, het lawaai van claxonnerende riksja’s, de afwezigheid van een stoep, de mensen. Het deed me denken aan Huizinga’s beschrijving van ‘levens felheid’ in de Middeleeuwen: ‘Toen de wereld vijf eeuwen jonger was, hadden alle levensgevallen veel scherper uiterlijke vormen dan nu. Tusschen leed en vreugde, tusschen rampen en geluk scheen de afstand grooter dan voor ons; al wat men beleefde had nog dien graad van onmiddellijkheid en absoluutheid, dien de vreugde en het leed nu nog hebben in den kindergeest’. India was dus niet alleen een reis in afstand, maar ook in de tijd. Ik waande me soms heel even in de Middeleeuwen.
Een tijdreis dus…
In India had ik sowieso het gevoel in een andere tijd te wanen. Of het nu de Middeleeuwen was, of…? Toen ik in treinen door India rol (tweede tip: bereis India met de trein, serieuze aanrader!), zag ik een land waar de tijd 70 jaar heeft stilgestaan. Publieke festiviteiten vinden plaats rondom de kerk. De staat heeft alle publieke infrastructuur in handen en het openbare leven is sterk verzuild. Tegelijkertijd is het land in een grote transformatie. Ik sprak een chauffeur van eenriksja die vertelde dat zijn kinderen nu als eerste gaan studeren. Hijzelf kwam uit een groot gezin, maar had inmiddels ook maar twee kinderen. Het deed me denken aan de demografische groei van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Ook daar lijkt de bevolkingsgroei te stagneren. En overal zie je billboards met: ’koop een wasmachine!’ en ‘Koop en auto!’. Er ontwikkelt zich een markteconomie en een consumentenmaatschappij die op gespannen voet staat met de wat meer confessionele waarden die het land lange tijd heeft gekenmerkt. Dat gaat –nogal wiedes- politiek gezien met stevige spanningen gepaard.
Maar moet je het nou wel doen of niet?
Met andere woorden, alle extremen over India zijn waar. Het is extreem druk, luid, lawaaierig, bizar maar tegelijkertijd extreem vet, tof, mooi, betoverend, indrukwekkend, verterend en ontroerend. Het is een extreme ervaring die je zelf moet doorleven om te geloven wat je ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft. Maar bovenal is het extreem tof. Derde tip: India, gewoon doen!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!