De drie mooiste levadawandelingen van Madeira

De levada’s van Madeira zijn wereldberoemd in de wandelgemeenschap en zijn één van de, zo niet dé, belangrijkste reden om dit Portugese eiland te bezoeken. Levada’s zijn in feite waterleidingen die water van de berg naar het dal leiden en de wandelpaden ernaast zijn aangelegd om het onderhoud te vergemakkelijken. Dit betekent dat een levadawandeling je de mooiste plekken van Madeira laat zien. Je loopt langs bergtoppen, door groene dalen, creepy tunnels en door eeuwenoude (ceder)bossen. In deze blog neem ik je mee langs de voor mij mooiste wandelingen van Madeira!

De levadawandelingen van Madeira: let even op deze drie dingen.

1: Levadawandelingen gaan niet van A naar A. Normaal gesproken loop je bij een wandeling in een rondje: je begin- en je eindpunt zijn hetzelfde. Dit maakt het makkelijk om een wandeling te plannen: je weet namelijk altijd waar je auto staat en kunt daarna weer moe maar voldaan naar huis rijden. Levadawandelingen lopen echter bijna per definitie van A naar B, dus precies naar waar jouw auto níet staat. Dan moet je dus nog wat extra kilometers lopen om wél bij je auto te komen of je moet geluk hebben dat er een pendeldienst is die je terug naar de parkeerplaats helpt. Bij andere wandelingen betekent het dat je een (groot) gedeelte over hetzelfde pad terug moet lopen. Zorg er dus wel voor dat je de opties duidelijk hebt voor je begint, niet dat je na een wandeling van 15 kilometer nog eens hetzelfde aantal terug moet gaan lopen…

2: De levadapaden zijn smal én zijn tweerichtingswegen. En dan is het dus best irritant dat niet iedereen altijd even snel loopt als jij. Dus je kunt wel eens vast komen te zitten achter een kudde voorthobbelende bejaarden of bij een bottleneck op het pad. Ga dus vooral niet wandelen om een werelduurrecord te lopen, maar geniet van de omgeving!

3: Vermijd de piekdrukte. Het is mijn ervaring dat er twee momenten zijn waarop wandelaars aan hun levadawandeling beginnen. ‘S ochtends na ’t ontbijt en ’s middags na de lunch. Dan heb je dus de grootste kans om achter langzaamlopend verkeer vast te zitten. Als je op een atypisch moment gaat lopen (rond 11/12 uur bijvoorbeeld), dan kun je deze piekdrukte vermijden en heb je meer lol van je wandeling. Tenzij iedereen deze blog leest en dat gaat doen, heet dat.

1. De Levada dos Cendros en het bos van Fanal

Deze wandeling begin je op deze parkeerplaats langs de ER209. Een paar meter ten zuiden van de parkeerplaats vind je het startpunt, waar je ook al deze informatie nog eens terug kunt lezen. Hij is ongeveer 7 kilometer (enkele reis!) lang en je kunt ervoor kiezen om de terugweg langs de ER209 te lopen of een gedeelte af te slaan door het bos van Fanal. Wat een absolute aanrader is. Andere keuze is om halverwege om te draaien, zodat je niet langs de doorgaande weg hoeft te lopen en het bos van Fanal apart te bezoeken.

De wandeling start met een redelijk steile afdaling door een dicht en mysterieus cederbos (waar de wandeling inderdaad naar vernoemd is). De afdaling stopt bij een feeërieke waterval, waar de wandeling langs de levada begint. Deze kronkelt door een dicht en bij vlagen ondoordringbaar bos, zodat je niet doorhebt dat je stiekem langs een behoorlijk steile bergwand aan het wandelen bent. Dat merk je pas als je de rivier in de diepte hoort duiken en als je bij een open plek aankomt waar je over hoge pieken en diepe dalen uitkijkt. Al met al een zeer afwisselende levadawandeling en onze eerste tip!

2. De Levada das 25 fontes en levada do Risco

Dit zijn eigenlijk twee wandelingen, maar ze zijn goed te combineren met elkaar. Wij liepen eerst de levada 25 fontes-route en liepen bij het beginpunt nog even terug om de waterval van Risco te bekijken. De beide wandelingen zijn sowieso nogal watergeörienteerd: ‘fontes’ betekent namelijk ‘bronnen’ in het Portugees. En die bronnen bereik je na 4.6 kilometer, enkele reis. Voordeel van deze route is wel dat ‘ie wel een soort van rondje is. Bij het eindpunt kun je sowieso alleen nog maar terug lopen en dat doe je over een gedeeltelijk andere route dan de heenweg. Parkeren doe je hier, bovenop de berg bij Rabaçal.

De levada das 25 fontes begint (en dus eindigt) met een steile weg. Mocht je dat willen, kun je hier ook een shuttlebus naar het boswachtershutje annex restaurant dat op een kilometer ligt en waar de route eigenlijk begint. Vanaf daar loop je langs de levada richting de 25 bronnen. De route gaat op en af, langs bruggetjes, kleine watervallen, diepe afgronden en door woeste bossen. En als je op het eindpunt bent, kun je even heerlijk afkoelen in het poeltje waar een schijnbaar aantal van 25 bronnen uitkomen.

Als je vervolgens weer terug bent bij het eindpunt, kun je de bordjes volgen richting de Risco waterval. Dit is een eenvoudige wandeling (vanaf de boswachtershut) van ongeveer een halve kilometer (enkele reis). Zo gepiept dus.

3. Wandelen naar het oostelijkste puntje van Madeira: het schiereiland São Lourenço

Hier loop je weliswaar niet langs een levada, maar het is hoe dan ook een hele mooie wandeling. Hij lijkt mee te vallen met 3 kilometer enkele reis, maar doordat het landschap de hele tijd op en neer gaat is dit toch best een pittige. Maar je krijgt er ook veel voor terug. Je loopt langs de imposante kliffen en over ruige heuvelruggen. Soms zie je aan weerszijden van het pad de zee onder je tegen de rotsen klotsen. Kortom; imposant padje, die vereda da Ponta de São Lourenço.

Parkeren kun je aan het beginpunt van het pad. Let wel op dat de parkeerplaats ‘langs de weg’ is. Naarmate de dag vordert, staan de auto’s tot ver van het beginpunt. Ander handigheidje: op het verste punt van deze wandeling vind je een restaurant. Wil je daar even naar de wc? Neem losse euro’s mee. Ik maak geen grap.