De Arctic Coast Way: cruisen langs de kust van Noord-IJsland
Rondreizen door IJsland is fantastisch. Het adembenemende landschap verveelt nooit en nergens. IJslandse marketeers hebben hier al dankbaar en met succes gebruik van gemaakt door een aantal hotspots in het zuidwesten te vangen onder de noemer Golden Circle. En in het noorden vind je iets soortgelijks; hier kan je in de rondte rijden langs de indrukwekkende attracties van de Diamond Circle. Wéér een andere route voert je van A naar B langs vrijwel de gehele kustlijn van Noord-IJsland. Reisman Tinus reed deze Arctic Coast Way helemaal.
Arctic Coast Way: off the beaten track
Rondreizen door IJsland betekent vooral toeren over de Route 1. Deze ringweg loopt, je verwacht het niet, helemaal rond over het eiland en is ruim 1300 kilometer lang. In tegenstelling tot de zuidkant van IJsland leidt die ringweg je vrijwel niet pal langs de kust. Doodzonde, want de ruige en ongerepte kust in dit afgelegen deel vlakbij de poolcirkel is ongelooflijk mooi! En wegen, zij het niet altijd even goed berijdbaar, liepen hier toch al. Die zijn sinds de zomer van 2019 aan elkaar geknoopt tot een nieuwe attractie: de Arctic Coast Way.
Wat feitjes over de Arctic Coast Way
Denk niet dat de Arctic Coast Way, of Norðurstrandarleið op z’n IJslands, slechts een dagtripje betreft. Nee, trek voor deze 900 km lange route gerust een week uit. Dan hoef je niet als een dolle door te jakkeren, maar heb je ruim de tijd voor tussenstops. En die stops liggen dan ergens op één van de 7 schiereilanden tussen Hvammstangi in het noordwesten en Bakkafjörður in het noordoosten. Ter vergelijking: als je van Hvammstangi naar Bakkafjörður gewoon over de ringweg rijdt, kost je dat 450 km in 5,5 uur.
Ook goed om te weten: in aangepaste vorm is de Arctic Coast Way ook ‘s winters te rijden. Je zal snappen dat de weersomstandigheden hier een belemmerende factor kunnen zijn. Bovendien ontbeert een aantal wegen winter service. Deze winterroute mijdt met name de gravelwegen en snijdt een aantal schiereilanden af.
Om de route wat behapbaarder te maken, is de Arctic Coast Way opgedeeld in 3 verschillende secties, alle met een eigen thema. In het vervolg van deze blog neem ik je mee langs al deze gedeeltes.
Arctic Coast Way deel 1: Coast of Sagas and Mythology
Het meest westelijk deel voert je over de schiereilanden Vatnsnes, Skagaheiði en een deel van Tröllaskagi. Dit gedeelte staat in het teken van sagen en mythologie. Die volksverhaleralij laat ik hier even achterwege; de bezienswaardigheden natuurlijk niet!
Vatnsnes
Je bent het plaatsje Hvammstangi nog niet uit of asfalt maakt plaats voor gravel. En dat blijft zo gedurende het hele stuk langs de kust van het schiereiland Vatnsnes, totdat je voor weer even terug op de ringweg bent. De eerste stop betreft Ánastaðastapi, een rotspartij vlak voor de kust en dichtbij de Skardsviti vuurtoren. Een stukje noordelijker bij Illugastaðir kan je weer de auto uit. Via een korte wandeling bereik je een vogel- en zeehondenuitkijkhut. Je mag zelf raden wat je hier kan doen.
- Zwarte zeekoet bij Illugastaðir
- Zeehondjes kijken bij Illugastaðir
Aan de oostkust van Vatnsnes leidt een afslag naar de grotere en veel bekendere broer van Ánastaðastapi: Hvítserkur. Deze 16 meter hoge basaltrots met erosiedoorkijkgaten vraagt om een plaatje. Vogels zijn er ook dol op en gebruiken Hvítserkur massaal als openbaar toilet. De herkomst van de bijnaam ‘witte rots’ laat zich dan ook eenvoudig raden.
Skagaheiði
In pleisterplaats Blönduós verlaat je de ringweg weer voor de tocht langs de kust van Skagaheiði. Dit uit heuvelachtig boerenland bestaande schiereiland oogt een stuk lieflijker. Het grote aantal IJslandse paarden dat hier graast versterkt dat beeld alleen maar. Heerlijk toeren hier, op de grotendeels onverharde wegen!
In de baai van Kálfshamarsvík komt natuur mooi samen met een door de mens gemaakte constructie. Alhoewel…die basaltkolommen voor de vuurtoren lijken ook haast manmade.
Aan de oostzijde van Skagaheiði valt je oog telkens op Drangey. Dit eiland rijst zo’n 180 meter loodrecht omhoog uit de wateren van de Skagafjörður. Als ware het een tafelberg.
Tröllaskagi
Op Tröllaskagi (Trollen-schiereiland) maakt het heuvelland plaats voor bergen. Dit deel geldt als een absolute highlight van de Arctic Coast Way. De weg, nu geheel van asfalt, slingert langs de kust en trakteert je op prachtige panorama’s.
Via een kort zijweggetje bereik je Grafarkikja. Naar verluidt is dit de oudste turfkerk van IJsland. Het kerkje, opgetrokken uit hout, bedekt met gras en omringd met een turfwal, stamt uit de 17de eeuw.
Even verderop ligt het dorpje Hófsos. Ook hier weer van die gekke basaltrotsen bij Staðarbjargvík. In de verte herken je tafelbergeiland Drangey.
Vooral na Hófsos kijk je je ogen uit. De vergezichten langs de ruige kustlijn leveren zonder twijfel meerdere fotostops op.
Arctic Coast Way deel 2: Coast of Fishing Towns and Heritage
Je raadt het al, in het middelste deel voeren vissersdorpjes en erfgoed de boventoon. Dit stuk van de Arctic Coast Way beslaat het oostelijk deel van Tröllaskagi en de schiereilanden Í Fjörðum en Tjörnes.
Tröllaskagi
Aan de oostkant van Tröllaskagi liggen 3 voor (Noord-)IJslandse begrippen best grote dorpen. Helemaal in het noorden ligt Siglufjörður schitterend aan de gelijknamige fjord. Iets verderop geldt voor Ólafsfjörður exact hetzelfde. Beide vissersdorpen zijn met elkaar verbonden via de ruim 10 km lange en in 2 delen opgesplitste Héðinsfjarðargöng tunnel. Doet er verder niet zoveel toe, maar deze naam wilde ik je niet onthouden.
- Siglufjörður
- Ólafsfjörður
Vroeger liep de enige verbinding tussen beide plaatsen via de onverharde Route 82 over de ruim 400 meter hoge Lágheiði bergpas. Nu is het vooral een spectaculaire weg die je zeker moet rijden. Onderweg passeer je de Deplar Farm, een tot superdeluxe hotel omgebouwde schapenboerderij voor de rich and famous. De prijzen zijn navenant uiteraard.
Tussen Olafsfjörður en Dalvík, het derde vissersdorp, moet je even goed zoeken naar de Mígandifoss. Dit is één van de weinige IJslandse watervallen die direct in zee stort.
- Mígandifoss
- Uitzicht over de Eyjafjörður
Í Fjörðum
Rondom Akureyri, de hoofdstad van het noorden en met een kleine 20.000 inwoners een stad van serieuze omvang en met dito voorzieningen, pak je weer een stukje ringweg mee. Via de oostzijde van de Eyjafjörður rijdt je het Í Fjörðum schiereiland op. Pal langs de weg kan je een stukje cultuur snuiven bij Laufás erfgoedsite en museum. De weg eindigt bij het enige dorpje van betekenis: Grenivík. Het grootste deel van dit schiereiland blijft ontoegankelijk.
Op de terugweg vanuit Grenivík neem je de afslag over route 835. Deze mooie gravelweg loopt parallel aan de met azuurblauw water gevulde Fnjóská rivier terug naar de ringweg.
Tjörnes
Het schiereiland Tjörnes maakt ook deel uit van de Diamond Circle, met walvishoofdstad Husavík als belangrijkste trekker. Wat zuidelijker en meer in het binnenland kan je nog 2 porties IJslands erfgoed consumeren. De turfboerderijen van Grenjaðarstaður en Þverá leren je het één en ander over het leven hier in vroeger tijden. Bij de vuurtoren van Tjörnes in het uiterste noorden is het prima papegaaiduikers spotten. Daarna verlaat je Tjörnes en eindigt deel 2 van de Arctic Coast Way bij de hoefijzervormige Ásbyrgi kloof, eveneens onderdeel van de Diamond Circle.
- Grenjaðarstaður
- Þverá
Arctic Coast Way deel 3: Coast of Elemental Nature
In dit laatste deel ervaar je de ongerepte natuur in haar meest pure vorm. Je waant je op de schiereilanden Melrakkaslétta en Langanes één met de elementen. En met de vogels.
Melrakkaslétta
Ben je op zoek naar leegte en afzondering, dan zit je op Poolvosschiereiland, want zo laat Melrakkaslétta zich vertalen, geramd. Slechts 2 dorpjes zorgen voor nog een beetje contrast op dit grotendeels vlakke en kale, maar geenszins saaie schiereiland. Route 870, één van de meest verlaten stukken van de Arctic Coast Way, leidt je helemaal rond.
Na Kópasker, dorpje 1 met een grote vuurtoren, begint wederom een gravelavontuur. Een stukje noordelijker wacht weer ‘s een rotsstop op je. Vanaf een parkeerplaats loop je zo naar Hestvall, een door een verticale kloof in 2 stukken gesneden steile rotswand. Via een ommetje op de terugweg stuit je op de rotsformatie Hvalsvík.
- Hestvall
- Hvalsvík
Een tijdrovender uitstapje ligt in de uiterste noordwestpunt van Melrakkaslétta. Zeker als je van de vogelspottelarij bent is dit een aanrader. Een half uurtje lopen brengt je naar de vogelrotsen van Rauðinúpur. Het klinkt misschien wat gek, maar een integraalhelm als onderdeel van je wandeluitrusting is hier geen overbodige luxe. Een squadron agressieve noordse sternen voert tijdens het broedseizoen constant luchtaanvallen uit als je de met stenen bedekte dam oversteekt. Eenmaal veilig aangekomen bij de kleine vuurtoren heb je een prima zicht op de als appartementencomplexen dienstdoende vogelrotsen. Naast alken en papegaaiduikers springen vooral de jan-van-genten, IJslands grootste zeevogel in het oog. Dit is 1 van de slechts 2 broedplaatsen op IJsland van deze vliegende reuzen.
- Vuurtorentje en vogelrotsen in de mist
- Vogelrotsen van Rauðinúpur
- Schattige papegaaiduikers
- Roedel jan-van-genten (met kuiken!)
Aan de oostzijde van Melrakkaslétta ligt het tweede dorpje, Raufarhöfn, tevens het meest noordelijk gelegen plaatsje van het vasteland van IJsland. Ga voor een pitstop even naar binnen bij Kaupfélagið. Je kijkt je ogen uit. Dankzij een lokale hotelier heeft het toerisme hier een flinke boost gekregen. Net buiten het dorp heeft hij een eigen versie van Stonehenge gebouwd, een enorme zonnewijzer genaamd Heimskautsgerði. Arctic Henge bekt wat makkelijker.
Voor de laatste attractie ga je naar Rauðanes. Een ruim 2 uur durende rondwandeling brengt je naar curieuze basalttorens en -bogen met namen als Lundastapar, Gluggur en Stakkar. Mét kans op papegaaiduikers.
- Gluggur
- Lundastapar
Langanes
Op Langanes eindigt de weg én IJsland. Een paar kilometer ten noorden van Þórshöfn, de toegangspoort tot het schiereiland ligt een vliegtuigwrak te ruste. Een minder bekende variant van het wrak bij Sólheimasandur in het zuiden van IJsland.
De meest uitdagende weg blijft bewaard tot bijna het laatst. Zo’n 40 kilometer lang kan je nog verder hobbelen en stuiteren over route 869 door volledig onbewoond niemandsland tot aan de vuurtoren van Fontur. Inmiddels onbewoond dan. Want een klein weggetje steekt het schiereiland over naar de restanten van Skálar, een voormalig vissersdorpje. Bizar dat hier mensen hebben kunnen wonen.
- Cruisen op Langanes
- Ruïnes van Skálar
Vrij onverwacht in deze uithoek kan je vanaf een modern stalen uitkijkplatform nog meer vogeltjes kijken. De vogelrots Stórikarl Skoruvíkurbjarg doet dienst als broedplaats 2 van 2 van jan-van-genten in IJsland.
- Vogelrots Stórikarl Skoruvíkurbjarg
- Jan-van-gent close-up
Terug in Þórshöfn is het nog zo’n 45 km rijden over comfortabel asfalt naar de allerlaatste stop, Bakkafjörður. Parkeer je auto en sluit deze magische tocht te voet af tot aan de Digranes vuurtoren.
- Laatste stukje te voet…
- …naar eindpunt Digranes vuurtoren!
De Arctic Coast Way: (nog) off the beaten track
Het is ze weer gelukt, die IJslanders. Door een simpele en grotendeels kunstmatige ingreep is een voorheen vrijwel onontdekt gebied ontsloten voor toeristen. Zo weten ze de immer groeiende toeristenstroom die IJsland (terecht!) trekt, weer een stukje meer en beter in ruimte te spreiden. Los daarvan: die noordkust is ook adembenemend. Een absolute aanrader voor een IJslandse dosis slow travel!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!