Jandía: mystiek op Fuerteventura

Op het Canarische eiland Fuerteventura ben je de koning te rijk als je van zonnebaden houdt. Het ene strand is nog mooier dan het andere. Maar zelfs de meest doorgewinterde strandganger kan op een gegeven moment wel een keer ietwat verveeld raken van al dat bruinbakken. In dat geval biedt het schiereiland Jandía afwisseling in de vorm van een stukje avontuur en mystiek. Reisman Tinus legt uit waarom.

Jandía: centrum van massatoerisme

Fuerteventura staat vooral bekend als traditionele ‘3Z-bestemming’ (Zon, Zee en Zand). Het gros van de toeristen op dit op één na grootste Canarisch eiland verblijft tijdens hun all-invakantie in één van de toeristencentra op het schiereiland Jandía in het zuiden. Met de opkomst van het massatoerisme in de jaren ‘60 van de vorige eeuw verrezen hier de eerste toeristencomplexen. Net als bij vrijwel alle andere Zuideuropese toeristenoorden lijken ook deze vooral van achter de tekentafel ontworpen door planologen die elke vorm van creativiteit of speelsheid ontberen. Oftewel: doffe ellende. “Oké”, zal je nu wellicht denken, “dat klinkt allemaal nou niet bepaald spannend en aantrekkelijk. Wat is er dan zo avontuurlijk en mysterieus?” Nou, daarvoor moet je helemaal naar het meest westelijke deel van Jandía doorrijden, tot voorbij de laatste hotels.

Mysterieus…

Jandía binnenhobbelen

Voordat je avontuur en mystiek tegenkomt, krijg je nog te maken met één laatste minpuntje. Je moet eerst door de ongebreidelde afzichtelijkheid van het toeristenoord Morro Jable hobbelen. Dat hobbelen kan je vrij letterlijk nemen; de verkeersdrempels rijgen zich aaneen. Da’s prima voor de veiligheid, maar bijkomend nadeel is dat je je nog wat langer begeeft tussen de ellende van eentonige appartementencomplexen, dertien in een dozijn restaurantjes en dito souvenirwinkels met made in China rommel. Overigens schijnt Morro Jable ook nog iets van een authentiek vissersplaatsje te hebben. Maar aangezien ik niet wist hoe snel ik hier weg moest komen, is me dat ontgaan. Het wordt pas leuk als je ter hoogte van de haven van Morro Jable een afslag naar rechts neemt. Al snel gaat de asfaltweg over in een onverharde variant en begint -al hobbelend- het avontuur!

Kleinste vuurtoren van Europa op Jandía

Kleinste vuurtoren van Europa

Het onherbergzame en mysterieuze Jandía

Het contrast is enorm. Zoëven was je nog omgeven door alles wat massatoerisme kenmerkt en nu rijd je door een volkomen desolaat landschap. Tekenen van beschaving zie je amper. Een 4×4 is hier aan te raden, al red je het met een gewone auto ook wel. Wees je er wel van bewust dat je huurauto niet is verzekerd zodra je het asfalt verlaat. Iets waar je hier niet aan ontkomt. Een kleine 20 kilometer volg je in een sukkelgangetje je route door vrijwel niks, een afslag naar rechts landinwaarts negerend. Een vuurtoren, de Faro de Jandía, zie je al van verre. Maar tot je verbazing stuit je er vlak voor ook op een klein dorpje. In dit Puerto de la Cruz of El Puertito, waar een caravankerkhof meer vierkante meters opslokt dan het aanwezige onroerend goed, kan je naar verluidt prima terecht bij een paar visrestaurantjes.

Punta Pesebre

Via een zijweggetje in noordelijke richting naar de uiterste westpunt, Punta Pesebre, bereik je na ruim 4 kilometer de naar het schijnt kleinste vuurtoren van Europa. Het uitzicht over de ruige en verlaten noordkust van het schiereiland is hier echt fenomenaal. Onderweg hiernaartoe zie je rechts iets merkwaardigs: de vage contouren van een raadselachtige landingsbaan. Het verhaal gaat dat de Duitsers dit tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog gebruikten. Over Duitsers en de Tweede Wereldoorlog zo nog meer. 

Punta Pesebre op Jandía

Punta Pesebre

Cofete

Op je weg terug neem je de afslag naar Cofete die je op de heenweg rechts (en figuurlijk links) hebt laten liggen. Als de dirt road van net al tot samengeknepen billetjes leidde, kan je nu helemaal je lol op. Deze weg voert je eerst zo’n 2 kilometer omhoog een bergpas op. Eenmaal boven op deze Mirador de Barlovento heb je een werkelijk adembenemend uitzicht over Cofete en het halfronde keteldal El Golfo.

Mirador de Barlovento

Dan ‘nog eventjes’ een kilometer of 6 afdalen over een smalle piste langs steile afgronden naar het eindpunt. Blijkbaar hebben de elementen aan deze zijde van het Jandía-massief een nog grotere invloed op de kwaliteit van het wegdek. Een 4×4 is hier zeker geen overbodige luxe. Alternatief is een cabrio. Dan stoot je je hoofd tenminste niet als je over dit hobbelpad stuitert. Maar het loont de moeite. Je komt uiteindelijk uit bij Cofete, een piepklein dorpje met een eindeloos zandstrand. Nog meer dan bij El Puertito verbaas je jezelf dat hier mensen wonen. Het voelt alsof je aan het einde van de beschaving bent aanbeland.

Cofete op Jandía

Cofete

Ben je nou niet zo’n held achter het stuur en zie je de rit naar Cofete niet zitten (wat ik best kan begrijpen), dan is er een alternatief. Een eindje voorbij Morro Jable kan je vanaf een kleine parkeerplaats te voet door de Gran Valle en over de pashoogte Degollada de Cofete in ongeveer 2 uur naar Cofete wandelen. Mooie tocht

Vanaf de Degollada de Cofete

Villa Winter

Maar het veruit meest mysterieuze ligt net buiten Cofete en heb je al zien liggen. Tegen de steile hellingen van het Jandía-massief geplakt zie je een grote, enigszins vervallen villa in de stijl van een Spaanse herenboerderij. De hele entourage doet geheimzinnig en zelfs wat sinister aan. En dat wordt alleen maar versterkt door alle geruchten die over deze Villa Winter de ronde doen. Eind jaren ‘30 van de vorige eeuw bezat de Duitser Gustav Winter het hele schiereiland Jandía en liet hij hier deze villa bouwen. Er wordt gespeculeerd dat Hitler himself hier ook bij betrokken was en dat dit zijn toevluchtsoord moest worden wanneer het verloop van de oorlog niet in zijn voordeel zou uitpakken. 

Villa Winter & Jandía-massief

Een ander gerucht is dat nazi’s deze uithoek op Fuerteventura als tussenstop gebruikten voor hun vlucht naar Zuid-Amerika. Daar komt ook die raadselachtige landingsbaan weer om de hoek kijken. Er wordt zelfs gesproken over een nimmer voltooide U-bootbasis. Hoe het ook zij, je fantasie wordt door de villa van Don Gustavo, zoals hij door locals liefkozend werd genoemd, zeker aangewakkerd! En wil je meer weten, neem dan een kijkje op deze website

Jandía: Villa Winter

Villa Winter

Jandía: uithoek vol mystiek

Zodra je het asfalt verlaat beland je in een andere wereld. Massatoerisme maakt plaats voor…vrijwel niets. Geweldig! Absoluut hoogtepunt en wat mij betreft één van de meest bijzondere plekken van alle Canarische eilanden (en ik kan het weten) is de omgeving van Cofete. Zo ongeveer de laatste plaats waar je een stukje beschaving verwacht, een fantastische bergpas als toegangsweg, oneindige stranden en een geheimzinnige villa met op de achtergrond indrukwekkende bergwanden. En dan te bedenken dat zich hemelsbreed op slechts een paar kilometer verder, achter dat bergmassief, een compleet andere wereld vol vertier bevindt.

En wil je nog meer tips om Fuerteventura te verkennen? Lees dan deze blog!

Titel overbodig

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *