Eilandhoppen op Kaapverdië: Boa Vista

Wat doe je als fervent eilandliefhebber in je zomervakantie? Juist ja. Je gaat op vakantie naar een eiland. Of naar meerdere eilanden. Reisman Tinus besloot te gaan eilandhoppen op Kaapverdië. In deze eerste blog (ja, er volgen er meer!) lees je zijn ervaringen op het eiland Boa Vista.

Kaapverdië…waar ligt dat?

Als je naar Kaapverdië reist, dan ga je naar Afrika. Deze uit 9 (bewoonde) eilanden bestaande archipel ligt op zo’n 6 uur vliegen voor de westkust van Afrika ter hoogte van Senegal. Daarmee ligt deze voormalige Portugese kolonie (sinds 1975 onafhankelijk) nog ongeveer 1500 kilometer zuidelijker dan de Canarische eilanden. 

Boa Vista: no stress

Nadat we met een taxi in 10 minuten van de kleine, grotendeels in de open lucht luchthaven Aeroporto Internacional Aristides Pereira in het stadje Sal Rei aankwamen, werd het levensmotto van de eilandbewoners al snel duidelijk: no stress! Of op z’n Twents: Hènig an! Goede instelling als na een jaar hard werken je zomervakantie start. Regelmatig zie en hoor je deze kreet om je heen en de locals laten het zeker niet bij woorden. Het hele eiland straalt gemoedelijkheid uit. 

Vissersbootjes bij Sal Rei

Het landschap op Boa Vista

Slechts een klein aantal plaatsjes vormt een afwisseling in het verder voornamelijk vlakke, kale en zanderige landschap. Het eiland is ook maar dunbevolkt: ongeveer 15.000 inwoners op een oppervlakte die 2,5 keer zo klein is als mijn eigen Twente. En heel veel toeristen hebben we ook niet gezien. Misschien waren ze er wel, maar dan vast ergens anders. Straks meer daarover.

Trek erop uit en huur een 4×4!

Als je net als wij geen rust in je kont hebt en zoveel mogelijk wilt zien (en maar 2 dagen hebt), huur dan vooral een 4×4. Dé manier om het eiland te verkennen. Voor zo’n €50,- tot €60,- per dag heb je een mooie grote terreinwagen. En die ga je nodig hebben ook. Buiten één geasfalteerde weg tussen de luchthaven en Sal Rei bestaat het wegennet uit straten met een Kaapverdische variant van kinderkopjes en zand- en rotspaden. En op die laatste, vaak moeilijk begaanbare, word je -ongeacht je snelheid- meer door elkaar geschud dan een gemiddelde stok kaarten tijdens een potje toepen!  

Highlights op Boa Vista?

Toegegeven, het eiland heeft geen hoogtepunten die je gezien moét hebben. Het mooiste op Boa Vista zijn de prachtige, ongerepte, verlaten en kilometerslange bijna witte zandstranden. Hiervoor komen de meeste toeristen ook naar deze bestemming. Ik neem je mee langs 3 ervan.

1. Costa de Boa Esperança

In het noorden bezochten we het eindeloze strand van Costa de Boa Esperança. Hier zie je het scheepswrak van de in 1968 vergane Santa Maria. Inmiddels is het wrak niet veel meer dan een hoop roest dat boven de zeespiegel uitstijgt en nauwelijks nog als schip te herkennen. De oceaan is hier doorgaans vrij wild, waardoor het (te) gevaarlijk is om te zwemmen.

Scheepswrak op Costa de Boa Esperança

2. Ponta do Ervatão

Helemaal in het afgelegen zuidoosten vind je Ponta do Ervatão. Via een zanderig pad met allerlei aftakkingen die uiteindelijk vrijwel allemaal weer op hetzelfde uitkomen, kom je bij een paar hutjes aan de kust terecht. Ook hier weer een oogverblindend mooi strand aan een azuurblauwe oceaan. 

Alleen op Ponta do Ervatão

3. Praia de Santa Mónica

Vanaf Ponta do Ervatão wisten we niet zeker of we ons rondje over het eiland vanaf hier konden vervolgen, of dat we eerst weer helemaal terug moesten. Hier kwam onze 4×4 dan ook zeer goed van pas. Het laatste stuk kán zelfs niet zonder vierwielaandrijving; je rijdt dan over een zoutvlakte waarin je snel vast kan komen te zitten.

Hier is het strand zo mogelijk nog oneindiger en verlatener. Alhoewel…het enige teken van leven bestond uit honderden zogenaamde spookkrabben, een erg grappig gezicht!

Toch massatoerisme op Boa Vista?

Het buureiland Sal staat internationaal bekend als de massatoerismebestemming van Kaapverdië. Precies de reden waarom wij er niet naartoe gaan. Boa Vista zou echter na Sal de meeste sporen bevatten van massatoerisme. En inderdaad, in de buurt van de luchthaven vind je enkele all-in RIU en Iberostar resorts. Jammer, maar vooruit dan maar.

Ronduit stuitend is toch wel het RIU Touareg resort. Uit het niets doemt dit protserige, volledig misplaatste, op een medina lijkend megaresort op in de verder volledig verlaten omgeving. En alhoewel men zegt niet dezelfde fouten te willen maken als op Sal, heeft het er toch alle schijn van. Als je vanaf Praia de Santa Mónica een heel eind oostwaarts kijkt, zie je nog zo’n gedrocht in aanbouw. Niet alleen zonde voor het aanzicht en de locals die nauwelijks zullen profiteren van deze internationale resorts, maar vooral ook schadelijk voor de biodiversiteit van het eiland. Voor zeeschildpadden, die massaal naar de stranden van Boa Vista komen om eieren te leggen, wordt het een stuk lastiger. 

RIU Touareg

Dus…wel of niet naar Boa Vista?

Ik zeg doen. Maar misschien ben ik een beetje gekleurd als eilandgek. Je hoeft er echter ook geen eeuwigheid te blijven. 2 Dagen is prima. Dat geeft je voldoende ruimte om het eiland te verkennen. Van het lege maar toch boeiende binnenland tot de prachtige stranden. En als je juist wél lang wilt bakken aan zee met zand in je bilnaad, dan kan dat dus ook prima. Verwacht alleen niet teveel voorzieningen aan zee. Of je moet naar zo’n resort gaan. Maar ja… Ach, ieder z’n ding.